Wordt een bedrijf verkocht vanwege een echtscheiding, een aandeelhouders-, fiscaal of economisch geschil of een bedrijfsoverdracht, overname of fusie? Of moet er groots geïnvesteerd worden in een bedrijf? In een situatie waarin aandelen van de ene partij aan een andere partij worden overgedragen of investeerders moeten worden aangetrokken, is het belangrijk de bedrijfswaarde te berekenen. Hieronder lees je meer over verschillende waarderingsmethoden die je kunt gebruiken.
Manieren om de waarde van een bedrijf te berekenen
Om tot een bedrijfswaarde te komen kun je kiezen uit twee benaderingen. Enerzijds zijn er methodieken die vooral kijken naar cijfers uit het verleden. Anderzijds kun je ook juist kijken naar de verwachte toekomstige geldstromen. Beide benaderingen hebben voor- en nadelen. Vaak gebruikt men in de praktijk daarom een mix van methodieken.
Historische cijfers als basis voor de waarde van een bedrijf
Door naar de historische cijfers te kijken, kun je vrij eenvoudig een indicatie van de waarde hebben. Er worden allerlei vrij gemakkelijke formules toegepast, zoals vijf maal de bruto- of nettowinst, 0,75 tot 1,5 maal de jaaromzet of drie maal Ebitda (winst voor rentelasten, belastingen en afschrijvingen op vaste en immateriële activa). De eenvoud is eigenlijk ook een nadeel. Factoren die de waarde sterk kunnen bepalen, zijn niet meegenomen. Zo is er bijvoorbeeld geen aandacht voor goodwill, noodzakelijke grote investeringen op korte termijn, of hoe afhankelijk het bedrijf is van de huidige eigenaar.
Toekomstige kasstromen als basis voor de waardebepaling
De tweede methodiek van waardebepaling bestaat vooral uit een inschatting van het toekomstige verdienvermogen van het bedrijf. Dit wordt ook wel de DCF-methode genoemd, waarbij de afkorting staat voor discounted cashflow. Het draait hierbij niet om het boekhoudkundige begrip winst, maar om het geld dat daadwerkelijk het bedrijf instroomt. Zaken die meespelen zijn het op de markt brengen van nieuwe producten of diensten, productie outsourcen en toekomstige investeringen.
De toekomstige kasstromen die hieruit voortkomen worden verdisconteerd. Dit betekent dat ze contant worden gemaakt tegen een rentevoet. Deze bestaat uit een minimale rendementseis en een risico-opslag. Voor die opslag kijk je weer naar zaken zoals de afhankelijkheid van het management en bepaalde leveranciers of afnemers, de marktpositie van de het bedrijf, toegangsbarrières en de spreiding van de ondernemersactiviteiten. Stuk voor stuk zijn dit allerlei factoren die de bedrijfswaarde positief of negatief kunnen beïnvloeden. Het voordeel van de DCF-methode is dan ook dat je niet alleen de bedrijfswaarde berekent, maar ook ziet welke zaken deze beïnvloeden.
De waarde vertalen naar een prijs
De waarde van een bedrijf berekenen is nodig bij zowel een aankoop als verkoop. Het is echter belangrijk om te onthouden dat de waarde haast nooit gelijk is aan zowel de vraagprijs als de prijs die uiteindelijk overeengekomen wordt. De waarde bereken je met behulp van een of meerdere waarderingsmethoden. De prijs is de uitkomst van de onderhandelingen. Hierin speelt onder andere ook mee hoe graag mensen willen kopen en verkopen, of er sprake van een kopers- of verkopersmarkt is en of er haast bij de transactie zit.